Terwijl ik de ene na de andere ordner
leegschud in een grote blauwe container, moet ik even slikken.
Jarenlang geloofde ik echt dat de kast op mijn werk gevuld was met
belangrijke papieren. In ieder geval belangrijk genoeg om te bewaren.
Hoe netjes heb ik alles opgeborgen in ordners en mappen, overal zit
keurig een etiket op met datum en onderwerp, alles is chronologisch.
Goed gedaan! Alles is prima terug te vinden voor wie het ooit nog wil
lezen. Maar dat wil dus niemand. Allemaal onzin geweest, allemaal
voorbij, weg met al die papieren rommel!
Met lichte buikkramp van de weemoed
scheur ik ruw de plastic strips los van de zo handig ingebonden
nota's, rapporten, adviezen en beleidsnota's. Er mag alleen papier in
de blauwe containers, geen plastic inbindstrips en ook geen
paperclips. Dus moet ik nota bene ook nog elke zorgvuldig geplaatste
paperclip weer lospeuteren van papieren die echt bij elkaar hoorden.
Weg ermee, weg met de verbanden, weg met het beleid, in de container,
who cares! En de paperclips graag ook nog even nog sorteren op
grootte, kan nog hergebruikt worden. Ja zeg, er zijn grenzen hoor. Af
en toe mik ik recalcitrant een paar paperclips in de prullenbak.
Burgerlijke ongehoorzaamheid bij het opruimen, en hoppetee weer een
container vol met verouderd full colour drukwerk dat we toen toch erg
mooi vonden.
Ik werk er tien jaar en nu fuseren we, het gebouw is
verkocht, alles moet leeg, alles moet weg. De nieuwe bewoners kwamen
de kozijnen al opmeten.
'Let maar niet op ons,' zeiden ze
vriendelijk, maar ik werd acuut overvallen door een groot gevoel van
tijdelijkheid en betrekkelijkheid. Eigenlijk zat ik al op de werkplek
van een ander. De een zijn vertrek is de ander zijn nieuwe plek.
Over een paar weken verhuis ik naar
mijn nieuwe locatie, mijn nieuwe werkgever. Mijn vertrouwde collega's
kom ik vast nog wel weer tegen, maar verder is het nog afwachten wat
het wordt. Goede intenties genoeg, dus het zal wel goed komen, maar
het blijft wennen.
Ja, ik weet het wel: je moet er zelf wat van
maken. Ja, ik weet het wel: over een jaar ben je gewend. Ja, ik weet
het wel: straks zeg je dat het zoveel goeds heeft gebracht. Maar nu
nog niet, mag ik er nog even tegenaan hikken alsjeblieft? En mag ik
nog even balen dat ik iets achter moet laten wat ik heb opgebouwd?
Bedankt.
Wat zeker is: straks is er heel weinig
plaats is voor papier. We mogen maximaal twee dozen meenemen en gaan
straks flexwerken met shared desks. Dat betekent dus elke werkdag
vroeg beginnen in de hoop dat je een werkplek vindt in de buurt van
prettige collega's. Er zijn 'vlekken' waar je kunt werken, je krijgt
een kluisje voor je tas met boterhammen en verder loop je
waarschijnlijk rond met een een pennenbakje en misschien een 'mapje
van de dag'. Of mag dat ook niet meer (ik houd erg van plastic mapjes
dus dat wordt afzien).
Flexwerken, clean desks, shared desks,
'werkvlekken' en wat dies meer zij: het doel is vooral bezuiniging en
efficiënt gebruik van bureaus. Ik ben het er niet mee eens (al helpt
dat uiteraard niet). Het werken met flexplekken gaat in tegen de
behoeften van mensen. Iedereen wil graag een eigen stekkie. Ook al
kom je maar een dag in de week, het is heerlijk om doelbewust naar
een plek te lopen, waarvan je weet: hier zit ik en dit is mijn plek. Zei meneer Maslow dat al niet in zijn piramide? Veiligheid, zekerheid en sociale contacten zijn basisbehoeften. Daarin past niet
dat je elke dag op zoek moet naar een plek om je werk te mogen doen zonder dat je recht hebt op een plek waar je je prettig voelt? Je ziet dat iedereen zo snel mogelijk een eigen plekje
probeert te creëren, liefst met aangename collega's in de buurt, al is het maar voor één dag: je werktas
neerzetten, je jas over de stoel, je telefoon op het bureau: hier zit
ik en dit is mijn plek!
Honden en katten doen min of meer hetzelfde:
ze geven hun geur af door ergens een plasje tegen te doen of ergens
een kopje tegen te geven. Zij proberen niet te doen alsof het ze niet
uitmaakt waar ze zijn, natuurlijk maakt het uit!
Per persoon mogen we maximaal twee
verhuisdozen meenemen, op de nieuwe werkplek krijg je een halve plank
voor al je spullen. Nou bestaan er hele lange planken op de wereld en
dan heb je nog aardig wat bergruimte, maar dat schijnt hier niet het
geval te zijn. De ruimte die je krijgt is misschien net genoeg voor
de selectie van de selectie van de selectie die je net met moeite in
die twee dozen hebt gestopt. Maar hoe moet het als er nieuw papier
bijkomt?
Naarmate de week vordert, groeit het aantal containers met papier en het aantal verhuisdozen. Ook zie ik steeds meer collega's, die in het begin nog wat weemoedig begonnen met opruimen, ineens hoofdschuddend iets omhooghouden voordat ze het in de container mieteren. De verbazing over de hoeveelheid papier die de afgelopen jaren is geproduceerd, neemt toe. En wat is er nu nog relevant na al die jaren. Eigenlijk erg weinig.
Tegelijk zie je materialen en
publicaties die destijds met veel zorg en aandacht zijn gemaakt, waar
mensen misschien van wakker hebben gelegen omdat ze het bijna niet op
tijd af kregen. En nu gooien we het weg zonder nog echt goed te
kijken wat het is. En die mensen herinneren we ons al bijna niet
meer.
De meligheid neemt toe en we hangen
gierend over de verhuisdozen, de containers raken voller en voller.
Wat een hoop bomen hebben we samen gebruikt, maar ach: al die bossen
kunnen weer worden gerecycled. Hoe meer oud papier, hoe duurzamer we
zijn. Dus donderen we nog meer papieren in de container, hoppetee,
weg ermee!
Aan het eind van de dag kijk ik met
enige verbazing naar mijn lege kast. Tien jaar werk is onzichtbaar
geworden, alles wat ik heb gedaan is teruggebracht tot precies één
doos. De rest is geschiedenis en zit vooral in mijn hoofd. Niet
chronologisch en niet in mapjes, het archief daarbinnen heel
subjectief en selectief.
Ik neem nog wat persoonlijke spulletjes
mee naar huis, zoals die mok die ik ooit kreeg van mijn dochter, en
wat papieren herinneringen aan mijn tijd hier. De rest is niet meer
relevant en wordt het ook nooit meer. Opruimen is een zichtbare vorm
van loslaten.
En dan nu maar op naar de nieuwe start,
met nieuwe kansen en nieuwe collega's. Je kunt immers elke dag
opnieuw beginnen, net als tien jaar geleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten