'Hoop doet leven, ook al is er geen
hoop,' schreef ik filosofisch in mijn studententijd toen ik treurde
om een vriendje dat mij had afgewezen. Ooit zou hij mij vast weer de
liefste gaan vinden, droomde ik. Het kwam er niet van, hij is al
jaren tandarts in Groningen en heeft een vriendin met een hoop
Siamese katten. Ik vond nieuwe liefdes en ik zou hem nu niet eens
meer willen.
Ik moest hier even aan denken toen ik –
na een half jaar werken aan mijn re-integratie – het
arbeidsdeskundig rapport ontving over mijn mogelijkheden om mijn
huidige werk te hervatten. “Uitgaande van de huidige beperkingen is
de functie niet passend en ook niet passend te maken”, schrijft de
arbeidsdeskundige met de lieflijke naam Marie-Claire – dit in
tegenstelling tot haar wat rauwe no-nonsense-spreekstijl waarmee ze
eerder al mondeling haar conclusies aan me vertelde.
Oorzaak is de fikse whiplash die ik
vorig jaar opliep toen een auto achterop mij knalde terwijl ik voor
het rode stoplicht stond te wachten. Ik blijk tot de 20 procent te
horen bij wie de whiplash-problemen na een jaar nog niet voorbij
zijn. Het kan nog wel herstellen, zeggen de deskundigen, maar niemand
durft me te voorspellen wanneer en hoe en of het helemaal over zal
gaan.
Lange tijd dacht ik: het kan toch niet
waar zijn dat zo'n dom ongeluk – ook nog buiten mijn schuld –
zomaar het einde betekent van mijn werk en carrière? Maar het kan
dus wel. Langzaam begint dit tot me door te dringen. De komende tijd
moet ik op zoek naar passend werk en ik mag blij zijn als ik nog weer
wat zinvols kan doen. Het lastige is dat mijn intelligentie niet weg
is, alleen de uitvoering loopt niet meer lekker, mijn hersenen werken
niet meer zo snel en effectief als vroeger.
Uit neuropsychologisch onderzoek blijkt
dat er problemen zitten in mijn uitvoerende hersenfuncties, d.w.z.
plannen, overzicht, concentratie, structureren, aandacht verdelen. De
dingen waar ik altijd juist goed in was. Ik ben heel snel moe van
mentale inspanning en praten en luisteren kosten me bakken energie –
al houd ik nog evenveel van omgaan met mensen. Ook is mijn geheugen
veel slechter en moet ik alles opschrijven.
Ik snap de arbeidsdeskundige wel, want
inderdaad: de hectische, hersenintensieve functie die ik had als
communicatieadviseur draait op energie en flexibiliteit. Die functie
is niet opknipbaar in overzichtelijke taakjes zonder tijdsdruk en
zonder eisen aan concentratie, overzicht en het kunnen verdelen van
de aandacht. Hetzelfde geldt voor mijn andere baan als onafhankelijk
klachtenbemiddelaar in de zorg. Als iemand bij je komt met een klacht
weet je tevoren niet wat er via hoor en wederhoor naar voren zal
komen en wat dit proces met zich meebrengt. Je moet in staat zijn
snel in te spelen op de situatie, je moet bemiddelingsgesprekken
kunnen leiden met oog voor iedereen, je moet overzicht kunnen houden
en ook goed om kunnen gaan met de emoties van medewerkers en klagers.
Ook deze functie is niet te vangen binnen kadertjes en tijdvakjes.
Voor vier mensen koffie zetten en taart
snijden vind ik nu al moeilijk, ik kan het in mijn hoofd niet meer
snel en efficiënt organiseren. Bij onverwachte gebeurtenissen
waarbij ik beslissingen moet nemen, raak ik gestresst en er blokkeert
iets in mijn hoofd. Onzichtbaar voor anderen.
Bij nieuwe activiteiten dacht ik
vroeger: o, leuk, dat ga ik doen, dat kan nog wel tussendoor. Nu ben
ik kampioen doseren geworden – met dank aan de ergotherapeut die
mij leerde wat een activiteit feitelijk van je vraagt en hoe ik om
moet gaan met beperkte energie. Ik ben mezelf opnieuw aan het
ontdekken en leer leven met mijn nieuwe accu, die heel snel leeg is
en maar heel langzaam weer oplaadt.
'Je ziet er wel goed uit!' zeggen
mensen soms enthousiast. Of ze zeggen als opsteker: 'Ik heb ook
problemen met mijn geheugen hoor, dat is de leeftijd.” Tja.
Soms zou ik willen dat ik er slecht
uitzag en dat de beperkingen zichtbaar waren als gips of hechtingen.
Het is moeilijk uit te leggen dat je normaal lijkt maar het toch niet
bent.
Marie-Claire ziet voor mij nog wel
arbeidsmogelijkheden in andere werksoorten in een lagere schaal,
bijvoorbeeld 'administratieve werkzaamheden, reserveringsmedewerker
of een verkoopfunctie'. Ik zie mezelf al zitten achter de kassa bij
Intratuin – ik houd wel van plantjes – al is een rij ongeduldige
mensen met karretjes vol planten en sfeerlichtjes en anti-luizenspray
misschien nog te dynamisch.
Schrijven kan ik gelukkig nog wel, al
moet ik ook dat doseren en in stukjes knippen. Maar ik ga door en
zoek nieuwe wegen, en ik blijf hopen dat alles langzamerhand weer
helemaal goed komt.
Lao-Tse sprak ooit de wijze woorden:
het pad ontstaat tijdens het lopen. Dus daar ga ik voor.
Hoop doet immers leven, dat wist ik in
mijn studententijd al.
Dag Christine. Sterkte maar. Het is naar wel te willen en niet te kunnen. Ik weet er alles van. Je voelt je naar en daarbij ook nog overbodig. Ik hoop maar dat je gauw iets vindt waarin je je wel prettig voelt!
BeantwoordenVerwijderenDank je Flox, Jij ook sterkte met alles en blijf vooral mooie dingen maken, dat doet je goed!
Verwijderen